Actuariaatcongres 2015 - Grenzen vervagen

Actuariaatcongres 2015 - Grenzen vervagen

04 maart 2015

Woensdag 4 maart heeft de jubileumeditie van het Actuariaatcongres plaatsgevonden; al vijftien jaar lang een mijlpaal binnen de actuariële wereld. Als dat niet onmiddellijk hartverwarmend klinkt, dan is dat je vergeven. Actuariaat en met name pensioenactuariaat wordt veelal gezien als een relatief saai doorrekenen van kansen, interestvoeten en een intense haat(-liefde) relatie met excel, excel en nog eens excel (wellicht schuilt hier ook zeker een kern van waarheid in, ook al moet men zichzelf niet te veel voor de gek houden: more cases than not, excel is going to be your best friend... ook buiten het actuariaat). 

Laten we even kort stilstaan bij wat het nou precies betekent om een pensioenactuaris te zijn. De pensioenactuaris gebruikt levenstabellen, interestvoeten en nog honderd andere grootheden in het berekenen van premies en doet dit om te zorgen dat wij op onze latere dag genoeg knaken hebben om in meer of mindere mate te doen en laten wat we willen… Wat zei ik daar net? Knaken? Maar dat is interessant! Want laten we wel wezen: we zijn allemaal Hollanders... en knaken, onze knaken, die gaan ons aan! Dit is natuurlijk een beetje kort door de bocht, maar moge het duidelijk zijn: de pensioenactuaris is bezig in een tak van sport die werkelijk iedereen in Nederland aan gaat. Niet zoals het bestaan en subsidiëren van het Rijksmuseum via honderdduizend omwegen ook alle Nederlanders aan gaat, het gaat ons allen direct aan. Knaken, jongens en meisjes, die zalige knaken!

Hoe is dat nu dan allemaal geregeld in Nederland? Één ding springt eruit; het is bijzonder onduidelijk geregeld in Nederland. Dat wil zeggen, men ziet door de bomen van regelingen het bos niet meer en alleen een actuaris kan nog enigszins het overzicht behouden (dit maakt actuaris ook een bijzonder stabiele en zekere carrièrekeuze). Het is zeker een mooi pensioenstelsel, waar elke promovendus trots op mag zijn, en het heeft ons ook zeker goed gediend de laatste jaren (we hebben behoorlijk lang de nr. 1 mogen zijn op Mercer’s wereldpensioenrangijst, een van ’s werelds meest prestigieuze ranglijsten), toch begint de complexiteit en de insteek van ons stelsel haar tol te eisen. Wij zijn zodoende ook de laatste drie jaar onze eerste plek kwijtgeraakt aan landen als Denemarken en Australië (ja, het is echt zo erg).

Dan komt een van de prangende vragen naar boven; waar gaat het mis in een ogenschijnlijk wiskundig systeem? Komen de kansen niet overeen met  de schattingen? Misschien.. Kloppen de levenstabellen niet helemaal? Dat sowieso! Maar een van de belangrijkste aspecten wordt veelal over het hoofd gezien; ook een wiskunde systeem vereist innovatie en een continue creatieve benadering om te blijven werken en zich aan te passen aan een veranderende wereld. Dit is wat Denemarken en Australië hebben gedaan, terwijl Nederland in een roes op zijn lauweren heeft gerust; brak van haar zoveelste nr. 1 rankingsfeest in de disco dolly. Twee jaar geleden zijn wij echter van een koude kermis thuis gekomen, toen plotseling de Dolly vol met Denen en Australiërs zat en wij  tot 2 in de rij hebben moeten staan en daarnaast de helft van onze ouders de helft van hun knaken niet meer hebben!

Actuarieel geïnteresseerd Nederland ontwaakt (en dit zijn veelal mensen die niet noodzakelijkerwijs veel van de cijfers begrijpen) en er moet geïnnoveerd worden.. En nu komen we eindelijk wat dichter bij deze editie van het Actuariaatcongres. De realiteit van pensioenen is, zoals gezegd, dat het iedereen in Nederland aangaat en dat daardoor ook relatief veel mensen zich ermee bemoeien. Dit maakt het doodzonde dat de mensen die een intrinsiek begrip hebben van het werken van ons pensioenstelsel eigenlijk alleen maar de opgelegde regels en structuur van dit pensioenstelsel ten uitvoer brengen. Natuurlijk is het enerzijds niet de taak van de actuaris om hier verandering in te maken, maar anderzijds is er ook eigenlijk geen beginnen aan om op zo een conceptueel niveau na te gaan denken over een systeem.. in ieder geval niet moederziel alleen achter je bureau na een lange dag beunen bij Towers Watson.

Om hierin tegemoet te komen is het thema van dit Actuariaatcongres vastgesteld: laten we nou eens een keer met zijn allen achter de schetstafel gaan zitten. Laten we een grondig blik werpen op ons stelsel, maar dat tevens doen voor stelsel van andere landen. Laten we onze belangen nu eens niet liniëren aan dat van de bedrijven waar we voor werken, maar om een zo goed mogelijk stelsel neer te zetten voor iedereen in Nederland. Met deze insteek is het uiteindelijke thema ‘Grenzen Vervagen’ geworden en hebben wij ons als doelstelling gesteld om een aantal concrete stappen te kunnen zetten naar een nieuw, beter pensioenstelsel. Een advies vanuit de actuariële professionele wereld aan Nederland. 

Nu is een verslag van een groot evenement natuurlijk geen verslag van een groot evenement zonder ook toe te lichten hoe kut het was toen om half zes de wekker ging, ‘maar we er toen toch wel echt veel zin in hadden’. Dat is misschien om half zes zo, maar om kwart voor zes ga je je afvragen hoe je leven zo snel zo erg gedegenereerd is geraakt. Truth be told, na een aantal espresso gaat het al weer wat beter en wanneer je om zeven uur je partners in crime ontmoet voor de deur van het Koninklijk Instituut voor de Tropen en je ook hun verzopen gezichtjes de wanhoop nabij ziet zijn, dan sluit de warme deken van het collectieve slecht-gaan zich comfortabel om je heen. Na kort samen gehuild en gelachen te hebben over de teloorgang van dingen en het overlijden van hamster Snuffie op achtjarige leeftijd wat nooit écht goed verwerkt was (ja, ook dat is een commissie bij de VSAE) werden de laatste voorbereidingen getroffen en begonnen zo langzamerhand de eerste mensen binnen te druppelen. 

Deze editie van het Actuariaatcongres is ontworpen om de actuaris’ blikveld te verbreden en op een nieuw plan na te denken over ons pensioenstelsel. Wat voor elementen zouden erin moeten zitten, en welke moeten eruit. Hoe kunnen we terugkeren bovenaan de ranglijst en daarmee op de gastenlijst van de Dolly? Ervaring leert keer op keer dat het vrij moeilijk is om uit het niks te beginnen met het verbeteren van een systeem, zeker wanneer dat systeem eigenlijk het enige is wat we op dat moment kennen. Tuurlijk, deze kleine details kunnen beter, maar die details zullen ons pensioenstelsel als geheel niet plotseling weer ’s werelds beste maken. Zeker binnen de actuariële discipline is het zo dat een actuaris (en waarom zou hij ook anders) zich beperkt tot het begrijpen van het pensioensysteem waar hij/zij in werkzaam is en dat er weinig tot geen kennis is daarbuiten. 

Om het congres zo succesvol mogelijk te maken was het van essentieel belang dat het congres onmiddellijk de discussie en het perspectief van de dag op het gewenste niveau bracht en dat er op een conceptuele manier kon worden nagedacht over ons pensioenstelsel. Dat de actuaris uit haar ivoren toren getrokken wordt en met geodriehoek in de hand moet gaan sleutelen aan de fundamenten van ons systeem. Dit congres heeft in het teken gestaan van het bouwen van een systeem zonder geheugen, eentje waar vastgegroeide posities niet overheersend zijn en de instellingen te groot om te veranderen. Dit congres gaat over het beantwoorden van de vraag ‘Stel dat we ons pensioenstelsel van de grond af opnieuw konden bouwen, hoe zou het er dan uitzien?’ en dat betekent dat iedereen op een conceptueel niveau moet nadenken over ons stelsel en zich niet laat beperken door de status quo.

Om die reden is het Actuariaatcongres begonnen (na een inspirerende toespraak van yours truly) met een sessie van Falco Valkenburg, waar een aantal van de meest uiteenlopende ensioenstelsels formeel uiteengezet zijn. Daarop volgend kwamen sessies van Martijn Vos en Jacqueline Lommen aan bod, welke zich respectievelijk bezig hielden met de manier waarop er internationaal eigenlijk omgegaan wordt met pensioenen (wederom komt hier het opvallende aspect naar boven dat wiskundige berekeningen in het Spaans toch echt anders zijn dan in het Nederlands) en ook de invloed van Europese organen, met name EIOPA zijn uiteengezet (wie stuurt het veranderende actuariële landschap nu eigenlijk?). Vervolgens heeft Theo Kocken (‘el Tobacco’) een krachtig betoog gehouden waarbij vraagtekens gezet zijn bij de fundamenten van zowel ons pensioenstelsel, maar ook pensioendenken (ik wil wederom een uitspraak citeren die hij in een interview met Mumtaz en mijzelf gegeven heeft, omdat ik er bijzonder hard op ga: “ ‘Op de lange termijn komt het altijd goed’ is een beetje een sprookje in een wereld waar Japan al 25 jaar onderuit aan het gaan is”).

Dit leek ons voldoende ‘bagage’ om vervolgens in het belangrijke tweede gedeelte van de dag te duiken, waarin de zaal door vieren gedeeld werd en er twee interactieve sessies plaats hebben gevonden. In de eerste sessie werd vanuit verschillende perspectieven een antwoord gezocht op de vraag ‘Hoe gaat het actuariële landschap er over vijf/tien jaar uitzien?’. Deze vraag werd vanuit juridisch, Europees, technisch en operationeel perspectief benaderd; welk veranderingen gaan er komen binnen de pensioenwereld en welke daarvan zijn wel en welke zijn niet relevant? De sessie van John Smolenaers (Deloitte) heeft zich bijvoorbeeld bezig gehouden met de rol die social media kunnen gaan spelen op het bepalen van iemands zorgpremie (let the untagging begin), terwijl die van Gabe Langerak en Gaston Siegelaer (Towers Watson) de oude barrières van operationele efficiency opgezocht hebben die nieuwe technologieën overkoombaar maken.

Uiteindelijk is het hele voorgaande dagprogramma ontworpen om te meanderen naar de finale interactieve sessie (nog steeds in vier groepen) en aanvullende discussie (plenair). In deze tweede sessie is namelijk ons huidige systeem grondig onder de loep genomen. Onder het toeziend oog van visionaire sprekers zoals Ronald Doornbos, Jos Berkemeijer, René van der Meer (als invaller voor de zieke Rajish Sagoenie) en Pieter Marres werden verscheidene stellingen geponeerd, welke vervolgens samen met de zaal geanalyseerd zijn. Deze zelfde vier sprekers (met uitzondering van René van der Meer, welke door John Smolenaers vervangen werd) hebben vervolgens aan de discussietafel plaatsgenomen om hun bevindingen te bespreken en te trachten een consensus te vinden over de meest essentiële stappen die Nederland moet ondernemen om weer top of the table te worden, of in ieder geval niet verder af te zakken. Deze discussie werd tevens geassisteerd door onze ‘Commissie van Repliek’, bestaande uit alle plenaire sessie sprekers (behalve Theo Kocken die naar London vertrokken was om wat meer schedels te verpulveren), Siert Jan Vos van de UvA en Sameer van Alfen van het Financieel Dagblad, welke geinstalleerd werd om de discussie zo alomvattend mogelijk te maken.

De grote vraag is natuurlijk; is er iets uit gekomen!? Het antwoord daarop is ‘Ja’, maar het is nog een ‘work in progress’. Momenteel zijn Falco Valkenburg, Jeroen Breen en ikzelf bezig met het schrijven van een brief aan secretaris Kleinsma, welke onze bevindingen en advies zal bevatten op basis van de vijftiende editie van het Actuariaatcongres.

Om nog terug te komen op het reilen en zeilen van de commissie tijdens deze wereldschokkende dag, ik geloof dat het uiteindelijk een soort van roes is geweest en dat wij ons een beetje mee hebben laten gaan met de flow van de dag (misschien komt dit ook deels door een gebrek aan discipline-opleggende-vaardigheden van de voorzitter in kwestie), maar uiteindelijk zijn we extreem voldaan in Pata Negra in de Utrechtsestraat beland, en dan weet je dat het allemaal goed is. Ook al gaat Japan al 25 jaar onderuit.

Uiteindelijk is geen record overeind gebleken, massale opkomst, een boekwerk als magazine, een waslijst sponsoren.. Gaat dit Actuariaatcongres ooit nog overtroffen worden? Het lijkt me sterk, maar success!

Cancel